Het klimaatakkoord van Parijs (De Conference of Parties (CoP)) heeft 195 landen een opdracht gegeven om iets te doen tegen klimaatverandering. Wij zien deze opdracht als een 'feit' vertrouwen op de adviezen van klimatologen en experts inzake de nut en noodzaak van deze doelstellingen. Ons primaire punt is dat we windturbines nabij woningen (minder dan 10x hoogte) beoordelen als een onaanvaardbaar gezondheidsrisico. Ook hebben wij kritiek op het politiek proces, de rationale bij de decentralisatie en de effectiviteit van de decentralisatie.
Wij vinden dat we niet het wiel opnieuw uit hoeven te vinden. Wereldwijd is er wetgeving van kracht, en in de maak, die een minimale afstand van 10 keer turbine-hoogte als minimale afstand tussen windturbines en wonen/werken hanteert. Voorbeelden zijn Duitsland deelstaat Beieren, Polen, Denemarken, Canada, Nieuw-Zeeland en Australië.
De reden voor deze minimale afstand is dat wetenschappelijk onderzoek laat zien dat laagfrequent geluid en infrasone trillingen slecht zijn voor de gezondheid van mens en dier. Er komen steeds meer onderzoeken uit die dit bevestigen.
Het politiek proces rondom plaatsing van windturbines is schimmig. Ten eerste is de decentralisatie van de energietransitie onverstandig en leidt dat tot onnodige onrust bij burgers en bestuurders (zie rationale en effectiviteit decentralisatie). Op lokaal niveau is de besluitvorming rondom de plaatsing van windturbines onduidelijk en zijn de beslismomenten en het proces vaag. De politieke trein begint te rijden met de Regionale Energie Strategie (RES) en zaken als een Omgevingsvisie. Omwoners worden meegenomen in een 'participatieproces' waarin de inspraak vaak minimaal is. Informatie over plannen wordt slecht verspreid. Inspraakmogelijkheden worden slecht aangekondigd en vaak op onhandige tijdstippen (bijvoorbeeld in de vakantie) georganiseerd. Politieke partijen hebben geen consistent standpunt over windturbines en politici veranderen ook van standpunt.
Wij vinden het fundamenteel onjuist dat elke provincie en daarbinnen elke gemeente een "bijdrage moet leveren aan de energietransitie". Dit is een denkfout, die door de landelijke politiek is ontstaan. Voor de primaire levensbehoeften hebben we in Nederland eeuwenlang ervaring opgebouwd om de oogst en productie goed te organiseren. Daar waar de omstandigheden optimaal zijn wordt voedsel (primaire levensbehoefte) geteeld. Mais in Twente, kaas in de Beemster, champignons in grotten in Limburg, mosselen in Zeeland, enzovoorts. En ook hebben we zware industrie bij de havens in Holland en bij de Maas in Limburg.
De belangrijkste primaire levensbehoefte is drinkwater. Het drinkwater uit Hengelo, Borne, Delden en omgeving wordt gewonnen in een gebied tussen Goor en Markelo (Herikerberg). Dat werkt al tientallen jaren prima. Niemand zou een voorstander zijn van het organiseren van de drinkwater-winning per gemeente waarbij Hengelo water uit het Twentekanaal zou gaan zuiveren en Borne water uit de Bornse Beek geschikt voor gaat maken voor consumptie.
Wij begrijpen niet waarom de energie-winning per gemeente vormgegeven moet worden. Het is veel slimmer om dit landelijk of Europees in te richten. Nederland heeft een kust die uniek is voor windturbines en in Zuid-Europa kunnen zonnevelden veel efficiënter worden ingezet.
Naast de bestuurlijke discussie hebben wij ook een strategische visie. Twente is een zeer windluw gebied. Het plaatsen van windturbines in Twente zal relatief weinig opbrengen. Ook dit punt moet bediscussieerd worden in een groter geheel.
Daarnaast vinden wij dat de 14 Twentse gemeentes samen moeten werken om (1) te betogen naar provincie Overijssel en landelijke politiek dat windturbines in Twente niet wenselijk zijn en (2) als onverhoopt de opwekking van energie door wind in Twente toch doorgang moeten vinden, de Twentse gemeentes samen moeten werken en op 1 of enkele plaatsen een windpark moeten organiseren, op ruim voldoende afstand van Twentse burgers (minimaal 10 keer turbine-hoogte).
De opwekking van windenergie in Twente is zeer inefficiënt en daarmee ongewenst. De productie en installatie van een windturbine kost een bepaald bedrag en heeft een impact op het milieu en klimaat. Voor elke windturbine op land is die last op de 'global footprint' hetzelfde. Dat windturbines in Twente (en specifiek rondom Hengelo: het meest windluwe deel van windluw Twente) op termijn wellicht rendabel zijn is een kortzichtige redenering. Diezelfde windturbines, met dezelfde kosten en dezelfde impact op het milieu bij productie, zijn op andere plekken in Nederland vele malen meer rendabel.
Het opwekken van energie met windturbines in Twente is net zo ineffectief als het plaatsen van een kermisattractie midden in het bos. Wellicht kan op de lange termijn de investering worden terugverdiend, maar de omstandigheden zijn dermate ongunstig dat dit geen logisch 'businessmodel' is.
Alle rechten voorbehouden | TurbineAlarmTwente